Stella, uitzonderlijk hoogbegaafd en onbegrepen

Mijn naam is Stella en ik ben 13 jaar. Ik deel graag een stukje van mijn leven met jullie. Misschien heeft iemand er zelfs iets aan.

In de tweede kleuterklas had ik een juf die mij begreep. Tenminste, ze was de eerste die zag dat mijn zelfportret dat ik maakte in de klas, wel erg gedetailleerd was voor mijn leeftijd. Er werd besloten om mijn intelligentie te testen. Toen de mevrouw van het clb me uit de klas haalde, was ik eerst in de war. Ze haalde namelijk altijd de kindjes op die het minder goed deden in de klas. Tegelijk was ik nieuwsgierig en kon ik eens een ander deel van de school zien. Bij bepaalde testen snapte ik niet goed wat ze precies bedoelde. Toen ze me vroeg een giraf in te kleuren en me prees omdat dit mooi binnen de lijntjes was, voelde ik me zelfs een beetje beledigd. Natuurlijk was dit binnen de lijntjes, ik kleurde toch al jaren binnen de lijntjes?
In de klas maande de juf mij dikwijls aan om te spelen, bijvoorbeeld in de poppenhoek. Ik stond er meestal verweesd te staren en speelde niet echt.

Ik vroeg me af hoe ik moest spelen met een kindje dat mij niet begreep en enkele poppen in en uit een buggy haalde. Nochtans had ik een heel scenario in mijn hoofd en wou ik dolgraag spelen. Bij het opruimen wist ik ook niet wat er verwacht werd, ik deed de andere kinderen na maar vond de instructie niet duidelijk. Opruimen is zo vaag.

Na de uitslag van de test mocht ik een jaartje overslaan. Zo ging ik vol goede moed naar de derde kleuterklas. Ik kreeg er een strenge juf die mijn gevoeligheden niet zo goed begreep. Het was goed dat de opdrachten en werkjes leuker waren en dat ik meer aansluiting kreeg met de andere kinderen van de klas. 

Toch voelde ik mij nog steeds niet goed in de klas. De laatste maand van het schooljaar mocht ik thuisblijven. Het was de beste tijd van mijn leven. Ik voelde me onbezorgd, ik leerde zoveel. We deden interessante proefjes thuis.

Van het eerste leerjaar tot begin vijfde leerjaar beschrijf ik als een eenzame tijd. Hoewel de start op een nieuwe school goed verliep, voelde ik me al snel opnieuw niet goed. De tijd ging zo traag vooruit, ik vond weinig aansluiting. In het eerste leerjaar leerde ik een meisje kennen dat ook nieuw was, waar ik wel een goede klik mee had en ook haar hoor ik soms nog eens terug. Ik herinner me dat ik het gevoel had niet aanvaard te worden, raar te zijn, lastig te zijn. Zo begon er bij het indelen in groepjes eens een oudere jongen te huilen omdat ik in zijn team zat. De juf kwam erbij en ik moest sorry zeggen en hem zeggen dat ik mijn best zou doen en niet vervelend.

Ik liep vaak rondjes op de speelplaats, zat te prutsen met iets kleins of speelde met de kleutertjes. Ik herinner me ook dat ik het grootste deel van de tijd zat te dromen in de klas en de klok volgde die de minuten wegtikte. Ik sloeg het tweede leerjaar over, maar dat had slechts heel tijdelijk een effect. Ik pikte niet veel op in de klas, raakte zelfs achterop en het was moeilijk voor mama om leerkrachten te laten geloven dat ik het wel echt kon.

Begin vijfde leerjaar ben ik uitgevallen op school. Ik wou en kon niet meer naar school. Ik had rust en ruimte nodig. Ik kreeg een geweldige thuisjuf, Anneke. Ze was mijn persoonlijke google, ze beantwoordde mijn duizenden vragen, ze ging goed om met mijn stuiterende enthousiaste houding bij het leren van iets nieuws. Ik deed met haar niets schools, we bespraken boeken, we deden wetenschappelijke proeven en dat alles vanuit mijn interesses. Het was een gelukkige tijd op dat vlak. Ik ging met Anneke een weekje op ‘retraite’, net over de Franse grens. We deden wandelingen samen en we zochten de boomsoorten op, we keken elke dag een Franse film, maakten samen eten en gingen boodschappen doen in het Frans,…

 Met Pasen besliste ik dat ik graag mijn eindtoetsen wou doen dat jaar in juni. Ik was toen 9. We hadden maar 8 weken tijd om alle leerstof te verwerken van de derde graad en de gaten in te vullen van de vorige jaren. Ik slaagde! Ik zag het als een grote overwinning! Het gaf me ook de bevestiging dat ik heel veel kon op korte tijd. 

Het eerste jaar latijn zag ik als een mooie nieuwe start. Ik was net 10. Het was voor mij wel wat zoeken ook op sociaal vlak, want wat was de bedoeling van vriendschap? Waarom probeerden de meeste meisjes allemaal hetzelfde te lijken? Waarom werd er drama gemaakt van kleine dingen? Ik had het moeilijk met mappen ordenen en leerstof structureren want dat wordt in het begin van het schooljaar vernoemd, maar ik wist niet hoe dat aan te pakken en had daar wel langer en meer begeleiding in nodig.

Het was een fijne, maar overweldigende periode. Globaal gezien was het een mooie tijd want ik leerde er mijn beste vrienden kennen.

De school heeft mij enorm goed ondersteund. Ze gaven me verrijking, ik mocht vakken versneld afleggen. Voor mij ging het nog steeds veel te traag en bleef het veel te oppervlakkig. Ik werd er ook opnieuw ongelukkig van. Tegen de paasvakantie zette mama mij al enkele weken aan school af als een zombie, met een kap over mijn hoofd en schouders naar beneden. Dankzij de zorgcoördinator mocht ik na de paasvakantie aansluiten in het vierde middelbaar, omdat ik mij echt heel slecht voelde. Dat was een heel leuke tijd. Leuke mensen in klas. De wiskunde was eindelijk logisch en het Engels was heel tof. Ik leerde er iets bij. Op het einde van dat schooljaar werd ik wel teruggebracht naar het eerste middelbaar om alle examens mee te doen, dat was minder leuk. Ik kon me er maar moeilijk op concentreren. Ik kreeg mijn A-attest. Het was het enige moment dat ik mij binnen de grenzen van het normale voelde, ik haalde, net zoals mijn vrienden, mijn rapport af en mijn A-attest was bereikt. Ik was even gelijk aan iedereen.

Omwille van een verhuis, ging ik naar een andere school. Ik drong er bij mama op aan om ook daar meteen in het vierde middelbaar te mogen starten. Het begon goed, de school was zeer flexibel. Er was veel mogelijk en ik had enkele leerkrachten die mij echt enorm goed ondersteunden. Met de leerkracht latijn had ik het vanaf dag één moeilijk, maar ik was geïnteresseerd in latijn dus ik moest en zou latijn doen. 

Opnieuw voelde ik mij steeds slechter. Het ging niet diep genoeg voor mij, het ging niet vooruit. Er waren ook veel ruzies met mama, het voelde alsof ze me niet meer begreep, terwijl zij ook gewoon wanhopig op zoek was naar mijn geluk. Op dat moment bereikte ik echt een dieptepunt. Ik wilde niet meer verder leven. Voor de tweede keer dacht ik aan doodgaan. De eerste keer was op vierjarige leeftijd, toen ik mama vertelde dat ik liever dood zou zijn, omdat het dan tenminste rustiger zou zijn in mijn hoofd. 

Ik ging een heel donkere periode tegemoet. Het besef ook dat er maar twee mogelijkheden waren, of ik paste in een groep en paste me aan maar werd doodongelukkig, of ik sprong eruit, volgde mijn eigen weg en hoorde niet meer bij een groep. Uiteindelijk werd het de tweede optie, omdat ik niet meer verder kon. Ook al had ik hard gewerkt in dat vierde middelbaar en was ik voor de meeste vakken zelfs ruim geslaagd, toch kreeg ik wettelijk gezien enkel mijn attest van de eerste graad. Dat voelde ook als heel oneerlijk. Ik wou dat er iets veranderde en dat kon gelukkig op school. Ik kreeg er een bureauruimte en combineerde zelfstudie met enkele vakken in de klas. Ik besliste om een combinatie te maken met examencommissie, gezien versnellen in secundair wettelijk niet kan. Dit had zeker zijn uitdagingen. Je krijgt één examen zonder uitleg. Degene die verbetert, kijkt enkel naar het resultaat, ze kennen je niet. Wanneer je de vraag niet goed begrijpt, kan je geen uitleg vragen. Anderzijds boekte ik ook snel successen. Zo slaagde ik meteen voor het eerste vak dat ik aflegde, aardrijkskunde, wat mij wel een boost gaf om verder te gaan.

Ik wilde niets liever dan een proclamatie in juni, gewoon erbij horen. Dat beleven. Maar door corona werd alles onzeker. Ik wilde heel graag afstuderen in de wiskunde richting en we vonden een leerkracht wiskunde, die in mij geloofde en mij ertoe bracht om te slagen voor wiskunde. Ik studeerde niet af in juni. Ik had niet de kansen die leerlingen op school wel hadden.

Op vandaag ben ik klaar en verwacht ik mijn diploma. Een proclamatie zit er niet in.

Momenteel leer ik online enkele talen via Preply. Ik ben bezig met Chinees, Fins, Koreaans, Spaans. Naast de taal zelf, leer ik over de cultuur en de taalgevoeligheden. Het geeft mij zeer veel energie.

Daarnaast volg ik ook nog steeds Latijn van de Engelse leerkracht die mij tot aan mijn diploma bracht. Zij geloofde wel in mij. Zo ben ik op dit moment bezig rond gender, seksualiteit en geloof bij de Romeinen en Grieken. Ik ben ook bezig met filosofie en we bespreken Socrates en Plato. 

Ik start binnenkort aan mijn bachelor psychologie. Daar kijk ik ook naar uit. Ik ga in de nabije toekomst leren schermen en musical/theater doen en hoop daar ook energie uit te halen.

Wat moeilijk blijft is dat ik geen sociale groep heb waar ik dagelijks toe behoor.

Ik zoek mijn plek. Ik heb zoveel opties, maar geen enkele is echt passend.

Ik heb veel steun in de Discord server waar ik inzit. Daar zijn mensen met dezelfde interesses, van alle leeftijden, alle genders, alle landen. Ze gaan er zeer respectvol met elkaar om. Het is mijn uitlaatklep. Natuurlijk heb ik ook nog steeds mijn beste vrienden, die ik overhoud uit mijn periode in het eerste middelbaar.

Ik kan eigenlijk niet wachten om aan mijn leven te beginnen. Ik wil nog meer loskomen van mijn imposter syndroom en van de verwachtingen van anderen bij het woord hoogbegaafd.

Ik wil mij waardevol voelen als hoogbegaafd persoon. 

Ik wil anderen helpen, daar help ik mezelf ook mee. Ik wil iets betekenen voor andere hoogbegaafden.

Wanneer ik de maatschappij buiten beschouwing laat, ben ik blij met wie ik ben als persoon. Ik ben blij met hoe het nu is. Ik accepteer mezelf en vind niet dat alles uit prestaties moet komen. Ik vertel mijn verhaal zoals het is.

Sorry dat het geen perfect succesverhaal is, dat moet het ook niet zijn, daar help ik anderen niet mee. Het is een heel traject. Ik was en ben altijd een proefkonijn. Voor mij is er geen geijkte weg, geen vast pad. Het was en is moeilijk, maar ik heb er veel uit geleerd.

Ik ben heel dankbaar voor alle kansen die ik gekregen heb. Ik ben dankbaar voor de moeder die ik heb, die met man en macht elke dag gevochten heeft voor mijn plek. Ik besef dat anderen dat niet altijd hebben. 

Ik wil niet herleid worden tot de prestaties die ik neerzet. Ik had geen keuze, ik ben erdoor geraakt. Ik heb het recht om er te zijn. Ook in een wereld waarin alles gericht is op gemiddelden. Elke minderheidsgroep heeft het moeilijk. Maar het is helemaal ok en ik geloof in de toekomst!

Tags: hoogbegaafdheid | onbegrip
Publicatiedatum: 15 december 2020

CONTACT

L-aTent vzw
BTW: BE0760.689.341

OVER L-ATENT 

Attent op zoek naar verborgen talent

Onze praktijk geeft psychologische, pedagogische en onderwijskundige ondersteuning aan de hoogbegaafde persoon en zijn omgeving en dat in alle fasen van zijn leven.